Op de 120e dag van mijn tocht, 28 augustus, word ik wakker naast het klooster Santa Cecilia.
Ik ben dan al op de berg van Montserrat en heb nog een laatste paar uur te lopen.
Als ik afdaal naar het klooster luiden de klokken …
ben er …
de mis is al begonnen, dat kleine verlichte stuk boven het altaar is de kapel van de zwarte Madonna
net als in Nuria, is ze te zien door glas vanuit de kerk, en kun je er naar toe via een trap, om haar van dichtbij te begroeten, niet tijdens maar wel na de mis,
de fotoserie hieronder is gemaakt de volgende ochtend vroeg na de lauden
n groet aan jullie lezers/ volgers,
dank voor alle meeleven, reacties en goede wensen
deze heb ik allemaal voor jullie opgestoken
ik blijf nog een paar dagen in het pelgrimshuis van het klooster om af te sluiten
maar ik wordt nog wel even beproefd zo vlak voor het einde,
op de spaanse televisie vertelde de weerdame al dat het de wamste dagen van de zomer zijn, boven de 40 in de warmste streken van Spanje, tegen de 40 hier in Cataluya, ik zelf mat gistermiddag 37 in de schaduw
de Catalanen hier verkoelen zich in de rivier, in het zwembad, in de bar
er is één gekke Hollander die door de hitte loopt
´s ochtends valt er wel te lopen, tussen 2 uur ´s middags en 7 uur ´s avonds is lopen niet te doen,
daarna wil t wel weer, maar is het snel donker
maar zoals gezegd ik ben er bijna
ik zie de wonderlijk gevormde bergen van Montserrat steeds dichterbij komen;
posted under wandel verhalen | Comments Off on fysieke omstandigheden vlak voor het einde
Op weg naar Nuria heb ik de coll d´Eyne genomen, ik had me voorgenomen een paar 100 meter onder de pas te slapen om de volgende ochtend bij zonsopkomst op de pas te zijn. Op weg daar naartoe kwam ik deze 4 sportieve hollandse meiden tegen:
2x Roos, Anouk en Tara
in de vallei op 2300 meter hadden we nog meer gezelschap
Ik mocht mee-eten; chili con carne
maanlicht
afscheidsfoto
bij het opstaan
de pas, 2650 m.
vallei van Nuria
al maanden raap ik onderweg veren op, ze staan even op de pas en sommigen zijn meteen al naar beneden gewaaid
ik groet jullie bij zonsopkomst
daarna als extraatje door naar de Pic Noufonts op 2860 meter, maar daarvan geen foto´s want de batterij van mijn fototoestel was leeg
de kerk van Nuria, met boven het altaar de kapel met de zwarte Madonna
een voor een langs de Madonna
weer een zwarte Madonna die niet echt zwart is maar door iedereen toch zwart genoemd wordt
nog een Madonna, nu met wensbriefjes
Een briefje schrijven is een manier om je wens kenbaar te maken maar je kunt ook je hoofd onder een klok leggen en dan de klok laten luiden om een wens in vervulling te laten gaan. De vrouwe van Nuria is vooral goed met migraine, het weer en natuurlijk vruchtbaarheid. Het was er druk; zwangere vrouwen die kwamen bedanken, niet zwangere vrouwen die getroost werden door hun man en een doop van een meisje dat Nuria heet. het schijnt dat Nuria de op een na populairste meisjesnaam in Catalonunya is. De populairste is Montserrat. Ik heb twee dagen geleden een Montse leren kennen toen ik wasmiddel leende op een camping en voor haar is Montserrat ook inderdaad haar berg. (Hieronder zou ik de foto plaatsen van Montserrat, haar man Xavi, haar moeder en andere familie, maar het foto´s opladen wil niet lukken in deze bibliotheek. Het bijwerken van google maps ook niet daarvoor is de computer te traag.)
Nuria is verder ook een beetje een pretpark, ook daarvan volgt nog een foto, wat ik wel heb is deze, op het gras, voor il santuario:
t begon met dat ik hoog in de bergen onvoorzichtig geweest ben door in een t-shirtje laat in de avond achter de grote vogels; adelaars, gieren aan te gaan, in de hoop ze mooi op foto te krijgen.
daarmee heb ik waarschijnlijk een kou gevat of iets dergelijks, in ieder geval merkte ik dat t lopen me zwaar viel, veel zwaarder dan eerder, dat ik veel meer zweette dan ik gewend was. En omdat ik al een paar dagen niet had gedoucht was ik blij een bergbeekje te vinden met watervalletje, waarvan het water niet eens heel koud was. Mezelf wassen, in de ochtendzon drogen, heerlijk.
Dus toen ik later op die dag in de hete middag weer een beekje tegenkwam en ik toch aan de gang moest met mijn waterfilter, besloot ik me nog maar eens te douchen; t was heet en de frisheid van de eerste bergdouche al weer lang verdwenen.
t was een beetje klauteren voor de douche, wat ik, dacht ik, heel voorzichtig deed op blote voeten, tot ik erachter kwam dat ik wat zeep was vergeten af te wassen, ik deed dezelfde route een tweede keer en stootte ik mijn teen, mijn kleine teen
ik wist niet hoe belangrijk de spieren rondom de kleine teen zijn voor het lopen in de bergen, bij iedere stap die niet vlak is maar waarbij je een beetje moet corrigeren, balanceren, zoals over rivierkeien, deed het pijn
het lopen ging plots een stuk langzamer, moeizamer
de volgende ochtend bij het aantrekken van de bergschoenen, weer pijn,
dom van mij om me te willen baden in een bergbeek?
misschien
dom van mij om geen jas aan te trekken in de avondkoelte?
ja
op weg naar Montserrat zou ik nog een paar bergwandeldagen hebben naar het santuario de Lord, om dan via Solsona naar Montserrat te lopen
na een beraad met mezelf bij de ochtendkoffie besloot ik het bezoek aan Lord te schrappen en de weg naar Montserrat te bekorten, de eerste dagen meer over de weg te gaan
dat betekende niet naar Baga,
maar naar Berga,
daar had ik echter niet mee gerekend, de weg naar Berga was niet leuk, klimmen dalen over B-asfaltwegen, of lopen langs de grote weg
vanaf hier wordt t weer beter met de wegen
hopelijk wordt mijn gekneusde teen ook snel weer beter
posted under wandel verhalen | Comments Off on fysieke problemen vlak voor het einde
De spanjaarden die hier vakantiehuizen hebben in de vallei zeggen dat Barcelona op 2 uur rijden ligt, dat betekent 10 dagen te voet; tel er nog 4 bij op voor mijn omwegen; ongeveer twee weken dus nog.
Zometeen, vrijdagmiddag 20 aug ga ik de bergen weer in, hier een foto van het gebergte van de Puigmal, de wachter boven Nuria. De foto is genomen toen ik aan de andere kantvan de vallei afdaalde richting Dorres.
Ik ga gebruik maken van deze kaart die ik zo’n 20 jaar terug voor mijn verjaardag van mijn vriend Rolf gekregen heb. Ter geruststelling, ik heb ook nog een recente kaart hoor. Dat rode betekent dat het hoog is, de pas ligt op ong 2600 meter, de toppen nog een paar 100 meter hoger. Ik ga zo omhoog lopen door het dal om bivak te maken tussen 2200 en 2400 meter. Morgenochtend hoop ik met mooi weer uit te kijken over de vallei van Nuria. Iedereen die ik vertel over mijn vreemde zwarte Madonna zoektocht kent Nuria en Montserrat. Ze zeggen van beide dat het er heel mooi is. Ik ga het zien, en ik laat nu alvast weten dat ik iedereen groet vanaf het hoogste punt van mijn tocht…
posted under wandel verhalen | Comments Off on Hoe lang nog?
In Montsegur, niet te verwarren met Montserrat, hoopte ik een relatief onbekende zwarte Madonna te treffen in de kerk daar. Montsegur kende ik al, omdat ik er ooit met mijn lief en de jongens geweest was. Het is een toeristenplaatsje dat beroemd is onder esoterische zoekers omdat de catharen zich hier ophielden in de hoop beschermd te blijven tegen de inquisitie die hen bestreed.
De burcht op de foto hiernaast werd zowat een jaar belegerd totdat de tempeliers die de catharen beschermden verslagen werden. Daarna zijn aan de voet van de helling naar de burcht een paar honderd catharen die zich niet wilden bekeren levend verbrand door de inquisitie. Niet dat dit nu zo belangrijk is voor mijn verhaal, (behalve dan dat volgens een van de theorieen juist de catharen er zwarte Madonna’s op na hielden, maar daarover later meer), maar juist om het punt te maken dat geschiedschrijvers, geschiedzoekers en toeristen zich vooral richten op de gevechten, de strijd om de macht en nauwelijks op de stijl van leven, de spiritualiteit waar de catharen toch zo bijzonder in waren. Zo ook in Montsegur, een plaatsje dat leeft van toerisme.
Ziehier de kerk van Montsegur, waar we mooi vroeg in de morgen aankwamen, met op de deur een briefje.
Dat is een hoopvol briefje, op naar Anne-Mie.
Anne-Mie doet ook de camping, maar is er niet, haar man is er wel, maar die doet het museum, en moet daar zo naar toe. Volgens hem hebben ze ook een sleutel bij de Mairie.
De Mairie is open, maar de dame van dienst laat weten geen tijd te hebben om de kerk te openen voor toeristen.
Op naar het museum, waar de man van Anne-Mie inmiddels is. In het museum alle info over de strijd om het kasteel zo’n 700 jaar terug, niks over de kerk. De man van Anne-Mie denkt dat er misschien wel een zwarte Madonna is in de kerk en is bereid in zijn lunchpauze, om kwart voor 2 even de kerk voor ons te openen. Dat is lastig kiezen, we hebben nog een forse etappe te gaan vandaag, hier blijven is een rare keuze want we hebben gister al een halve pauzedag genomen. Ik besluit dat we verder lopen zonder de kerk te zien, jammer, maar hoop nog eens terug te keren.
Lang niet alle catharen zijn verbrand, veel van hen zijn gevlucht, dieper de bergen in, richting Spanje. Volgens een theorie over de zwarte Madonna’s waren het catharen die er zwarte Madonnabeelden op nahielden, met een alternatieve cultus, los van de kerk van Rome. Het is goed mogelijk dat zij de beeldjes hebben meegenomen, en in sommige gevallen begraven.
In de vallei van de Cerdanya, half Frans maar eigenlijk Catalaans, zijn veel plekken waar ooit zwarte Madonna’s huisden of waar ze nog steeds verblijven. Dorres, Puigcerda, Hix, Err, Llo, Eynes, Font Romeu, allemaal binnen een straal van ruim 20 km. De meeste plekken hebben geen zwart Madonnabeeldje meer, maar een paar nog wel.
Het is echter niet eenvoudig de kerkjes te bezoeken, zeker niet als je alles te voet wilt doen. Toen ik de hoge bergen over was en ik eind van de dinsdagmiddag in Dorres aankwam las ik op een briefje dat vrijdagochtend de kerk om 11 uur een half uurtje te bezichtigen zou zijn. De dame die het familiehotel bestiert had geen beter nieuws te brengen. Doorgelopen naar Bourg-Madame, tussen Puigcerda en Hix. Volgende ochtend eerst naar Puigcerda, kerk dicht, logisch, het is nog geen 8 uur. Ik spreek een vrouw aan die langs wandelt. De kerk gaat wel open, om 10 uur of zo. Maar er is geen zwarte Madonna in deze kerk. Er is wel een mis nu in de ziekenhuiskapel iets verderop. Ik loop even die kant op. Echt ziekenhuis, toch maar weer terug naar Dominicanerkerk. Ik vraag meisje dat de ramen van de slager aan het wassen is. Ja de kerk gaat open om een uur of 9. Zwarte Madonna? Misschien. Geen internetcafe in de buurt om even te checken met de website van Ella Rozet. Mijn lief gebeld. Ja het moest de kerk zijn van het voormalige Dominicaner klooster. Meteen ook even de info gecheckt van Font Romeu, Err en Hix. Op dat moment komt de priester aangewandeld met de sleutel. De kerk gaat open, en er is inderdaad een Madonna die er zwart uitziet.
Bijzonder deze, want borstvoedend. Ik vraag de oude dame die de kerk verzorgt om een stempel, en even later loop ik met de priester naar zijn huis even verderop in het stadje. Ik krijg een mooie stempel in mijn carnet, dat is een hobby die ik heb overgenomen van de Compostella-gangers. Ik verzamel stempels van plaatsen waar zwarte Madonna’s huizen of gehuisd hebben. Terug in de kerk maak ik foto’s van het Madonna-beeld. Als ik de flits gebruik blijkt de Madonna niet zwart, eerder glimmend brons.
Toch lijken de handen en gezichten met opzet donkerder gemaakt dan de gedeeltes van kleding en stoel. Het schijnt een moderne opvolger te zijn van een oorspronkelijke zwarte Madonna.
Na mijn eerste spaanse cortado wandel ik terug naar Bourg-Madame, waar ik de dame van de toeristinfo bevraag op mogelijkheden om de kerken te bezoeken. Zij weet alleen maar iets van de twee kerken in haar gemeente; die van Hix is eind van de middag te bezoeken. Dat past niet in mijn programma, als ik alles te voet wil doen. Ik besluit Hix te schrappen, de zwarte Madonna die daar ooit gehuisd heeft zou nu toch in Spanje zijn. Die middag wandel ik naar Err, Llo, Eynes en Odeillo. Alleen de kerk in Err is open. Deze Madonna is ooit zwart geweest, maar gerestaureerd.
Wat nog bijzonder is van Err is dat er twee oude kerken vlak naast elkaar liggen, hieronder t zicht van achter het dorpje.
In Llo is de kerk gewoon dicht. Wel een paar fraaie versiersels boven de deur:
In Eynes is er een berichtje dat de kerk op vrijdagavond te bezoeken is. Bij de gite van de Presbyterie geen sleutel. In Eynes is wel het Maison du Vallee open, maar ook daar geen sleutel. Ik vraag het meisje naar het rood-gele pad, waarvan ik vermoed dat het naar Font-Romeu gaat. Zij weet van niets blijkt een uur later, als ik me weer eens een weg moet banen langs een beboste helling om de goede kant op te geraken. Ik doe het niet vaak, maar vandaag vervloek ik de meisjes en dames die toersten mogen helpen maar zelf niks weten. Het is al laat als ik in Odeillo aankom, het plaatsje waar de Madonna van Font Romeu ‘s winters huist. Om haar te bezoeken zou ik nog een paar honderd meter moeten klimmen. Ik besluit door te lopen en liften naar Dorres, volgens mijn eigen regels mag ik wel een stukje met de auto, als ik het traject al gelopen heb, en Dorres heb ik al te voet bereikt. Ik krijg een lift van nog geen kilometer; de man gaat naar Barcelona, ik ook, maar niet nu meteen met de auto. Wel ben ik dankzij de lift om 5 voor 8 bij de supermarkt, net op tijd voor mijn avondeten; gazpacho en groentechips. Net voor donker bereik ik Dorres en de dame van het hotel verwelkomt me en heeft nog een kamer vrij.
Vanuit het hotel is het oorspronkelijke huis van de Madonna van Dorres te zien; de heuvel van Bel Loc, wat mooie plek betekent.
Ik ben vroeg op en wandel naar boven.
Inderdaad een prachtige plek, en deze kerk is gewoon open.
Ik heb geen kaarsje meegenomen, maar schrijf een berichtje in het boek. Terug in het dorp heb ik nog tijd om te relaxen in de Romeinse baden en om kwart voor post ik bij de kerk. Met mij een oude man en zijn zoon, die zenuwachtig heen en weer lopen. Om iets over 11 komt een dame de kerk openen.
De oude man en zijn zoon stormen naar binnen, naar een Madonna, niet de zwarte. Het is duidelijk dat dit beeld voor hen heel bijzonder is. Later help ik hen een foto te maken met het mobieltje van de oude man. Uit hun uitleg maak ik op dat de oude man, of zijn zieke vrouw, een ontmoeting heeft gehad of innerlijk beeld heeft gehad van het beeld dat ik voor hem fotografeer.
Ik op mijn beurt ben teleurgesteld dat het beeld boven het altaar weer ingepakt is in zo’n lelijk jurkje. Het lijkt veel minder mooi dan eerder gezien op foto. Nadat ik een stuk of wat foto’s gemaakt heb kom ik er achter dat het echte beeld in de zijkapel huist, en dat er een kopie met jurken is aangekleed. Het echte beeld is inderdaad heel mooi, mooier nog dan de foto’s die ik gezien had.
Een sereen, bijna oosterse uitdrukking op het gezicht van de Madonna, die bij nader kijken man en vrouw tegelijk lijkt te zijn. De zegenende handen, van zowel Madonna als kind zijn wonderlijk groot. Terug in het hotel kan ik de dame van het hotel melden dat het zeer de moeite waard was om terug te komen.
In de middag heb ik de tijd om de zwarte Madonna van Font Romeu te bezoeken aangezien mijn plannetje om alvast bivak te maken op weg naar de Madonna van Nuria niet doorgaat vanwege aangekondigde onweersbuien. Dit zal de hoogste oversteek worden van mijn tocht en het is niet fijn boven 2500 meter te zijn als het daar spookt. Op naar de Ermitage van Font Romeu dus, haar zomerverblijf. Net als de Madonna van Vassiviere is er hier een traditie met processie waarbij de Madonna aan het begin van de zomer omhoog gaat en aan het eind van de zomer weer omlaag.
De Madonna van Font Romeu is absoluut niet zwart maar wordt net als die van Orcival door de mensen uit de streek wel zwart genoemd. Fraai zijn de vele ex voto’s, geschilderde bedankjes aan de Madonna.
Font romeu is echter een vreselijk skioord, goed voor een internetcafe, maar niet om te blijven, en volgens mijn regel van alles te voet mag ik nu gerust met het gele treintje dat ik al een paar dagen door de vallei heb zien rijden.
Op de website van de tarptentje is een foto gallery page te vinden met tarptentjes op de mooist mogelijke plekjes. Daar wil ik natuurlijk ook een plaatje voor inzenden. Vandaar deze fotosessie met mijn tentje in de hoofdrol. En natuurlijk om te laten zien op wat voor mooi plekje ik heb geslapen.
Graag jullie (jullie = lezers, vrienden, toevallige passanten) oordeel welke foto t mooist is, zodat ik weet welke ik moet sturen naar de tarptentfirma. Voor het gemak heb ik ze geletterd, de letters staan boven de foto’s.
A:
B:
C :
D:
E:
F:
G:
H:
I:
J:
K:
L:
posted under Uitrusting | Comments Off on tarp tent foto gallery
“Ga je ver, zo op deze manier?” vraagt de man tegenover me. We zijn de enigen op het terras, het enige cafe in een wijde omtrek. Het is een uur of 9 in de ochtend.
“Ja, ver” antwoord ik.
“Waarheen dan?”
“Montserrat bij Barcelona”
“En waar vandaan?”
“Vanuit Nederland”
Een complimenteuse “oef”, een monsterende blik;
“En wat maakt dat je deze uitdaging opzoekt, als ik dat vragen mag?”
“Om te zoeken naar een stuk van mijn ziel dat ik kwijtgeraakt ben.”
Een begrijpende blik, woorden van erkenning of herkenning, dat is me door mijn beperkte kennis van de Franse taal niet duidelijk. Even later vertelt hij hoe hij zijn broer verloor toen die 20 en hij 19 was, autoongeluk met verloofde en twee vrienden, allen dood. Hij vertelt hoe hij daarna 20 jaar van zijn leven en zijn gezondheid verkloot heeft. Aan het eind van zijn verhaal praat hij over de onmogelijkheid het verleden te veranderen, maar dat als hij het over zou kunnen doen hij …. Ik ga in op wat hij open laat en vraag hem “als je één ding anders kon doen, wat zou dat dan zijn?”
“Daar moet ik even over reflecteren” zegt hij en hij besteld voor ons allebei nog een kop koffie.
In zijn ogen zijn er veel antwoorden mogelijk, omdat er veel keuzemomenten zijn. Eén mogelijk antwoord is om onmiddelijk na de emotionele klap een goede therapeut te zoeken en er veel over te praten, maar in essentie gaat het volgens hem om twee mogelijkheden; leven of sterven.
Ik vertel hem over hoe ik niet wist dat ik vader wilde worden, hoe het me overkwam dat ik dacht dat ik vader zou worden, over het wakker gemaakte verlangen, en jaren later het besef dat het niet meer zou gaan gebeuren. Ik vertel ook over mijn gedachten dat er een andere kant is, de kant waar een ziel verblijft voordat ie naar dit leven komt, de kant waar een ziel heen gaat als ie dit leven verlaat. Over dat in mijn verhaal een ziel, een meisje in mijn beleving, verschillende pogingen heeft gedaan om aan deze kant te komen, specifiek bij mijn lief en mij. Dat het niet gelukt is, waar natuurlijk verdriet bij hoort, maar dat ik op een gegeven moment besefte dat ik me verbonden heb met zij die niet de oversteek niet kon maken en dat een deel van me niet hier wil zijn maar daar, bij haar aan de andere kant.
“Dat is precies wat ik bedoel met de keuze tussen leven of sterven” zegt de man tegenover me. We wisselen nog meer woorden over leven of sterven, over de mogelijkheid van een onbewuste maar ook bewuste keuze om naar de andere kant te gaan. Hij monstert me nog eens en zegt dan “Blijf maar hier, aan deze kant, er is hier nog zoveel te leven, als het eenmaal je tijd is en je gaat naar die andere kant, dan heb je daar zeeen van tijd, alle tijd van de wereld, maar hier aan deze kant heb je maar beperkte tijd, het leven hier is uniek en bovendien als je eenmaal daar bent kun je niet meer terug.”
Het raakt me wat hij zegt, hoe hij het zegt. Ik besef dat mijn tocht ook daar om te doen is; om dat deel van me dat daar wil zijn, aan de andere kant, uit te nodigen weer volop het leven hier te leven, aan deze kant.
“Kom , ik ga je wat laten zien, iets bijzonders”, zegt hij “en als je tijd hebt, blijf dan bij me eten.”
“Ik heb alle tijd van de wereld” antwoord ik.
We stappen in zijn auto en rijden de weg die ik liep een stukje terug, over het riviertje en dan naar links een veldweg op. We stappen uit bij een prachtige plek, een oude watermolen die boven het riviertje staat. Het woord destination was al verschillende keren gevallen, en als ik Alban, want zo heet hij, bij zijn molen zie dan zie ik een man op zijn plek.
Hij had me al verteld hoe hij na zijn wakker worden is gaan lopen, zoeken. Hij had me ook al verteld dat hij klaar was met zoeken, wat ik niet helemaal begreep. Nu versta ik het veel meer; voor Alban, is deze plek het paradijs op aarde. Toen hij de molen vond , al meer dan 30 jaar ongebruikt, heeft hij de eigenaren opgezocht, ver weg, en nu is het zijn huis. We kijken samen onder de molen, lopen eromheen, klauteren onderdoor en kijken binnen naar het grote radarwerk van de oude graanmolen. De molen slaapt maar het is een bouwsel vol geschiedenis met een eigen ziel en het riviertje eronder zit vol leven.
We gaan samen vissen onder de molen, waar het water naar beneden valt. Ik vertel dat ik met stok, draad en haakje heb proberen vissen, maar niks heb gevangen. Als beginner moet ik de eerste beginselen van vissen nog leren. Om te beginnen hoe je een hengel met een katrolletje bedient en dat mais een geschikt aas is, en dat het haakje er gewoon uit mag of zefs moet steken. Binnen 1 minuut nadat mijn haakje met mais in het water ligt heb ik beet. Ik krijg aanwijzingen hoe ik de draad moet laten vieren en weer binnenhalen. Alban neemt een paar keer over en doet voor. uiteindelijk krijgen we de flinke karper in het net, hijsen we hem naar boven, en nadat Alban me toont hoe je het haakje makkelijk uit de mond van de karper losmaakt mag ik de karper overzettten aan de andere kant, de bovenkant. Dit is Alban’s systeem van een vistrap. De vissen kunnen zelf niet via de stijle waterval naar boven, naar beneden wel, als ze de durf hebben te vallen. Nu kunnen ze toch naar boven, via de vistrap van Alban, maar daarvoor moeten ze zich wel laten vangen. Een paar minuten na de eerste vangst heeft Alban beet en nu doe ik het net en bedient hij de hengel. Weer wordt een forse karper overgezet naar het water boven.
Als de rust is weergekeerd besef ik dat ik vergeten ben een foto te maken. “Geeft niets” zegt Alban, “we vangen zometeen nog een veel grotere. Na een tijdje gaat hij de maaltijd verzorgen en ik blijf nog een tijdje vissen, maar ik vang niks meer.
Na de maaltijd staat Alban erop me terug te brengen naar de bar zodat ik op precies dezelfde plek mijn weg kan vervolgen. Daar bij de bar kan ik links of rechts en dat is de laatste vraag van Alban, ga je links of rechts? Ik ga rechts, groet en vervolg mijn pad. Alban rijdt terug naar zijn watermolen, ik wandel door en heb een hele dag om te overdenken dat het mooi is dat ik iemand heb ontmoet die zijn plek, zijn destination gevonden heeft.
Dit zijn Pietrix en Erik, Pietrix is een vriendin van Francis, en Erik heb ik leren kennen toen de mannen vorig jaar meegingen met de vriendinnenclub van Francis en Pietrix naar Venetie, Biennale, kunst dus.
Pietrix en Erik waren met hun kinderen vakantie aan het vieren in de Dordogne, maar een uurtje rijden van waar ik zat. Ik had Erik uitgenodigd een dagje mee te wandelen maar het was me onduidelijk of ie dat zou gaan doen. We hadden afgesproken in Turenne, een klein toeristenplaatsje met een kasteel. Het was leuk elkaar te treffen, we spraken wat, Pietrix stelde meteen de grote vragen, maar het antwoord bleef ik schuldig, ik had geloof ik wat meer tijd en rust nodig. Die kreeg ik wel met Erik, ik was verbaasd toen hij aankondigde mee te gaan lopen, zeker toen bleek dat hij wel een dag of twee mee zou gaan; hij zag er helemaal niet uit alsof hij ging lopen, meer alsof hij naar zijn werk ging (Erik doet in golfbanen, van de pitch en putt soort).
Erik had een prachtige tas bij zich, engelse stijl door zijn broer ontwikkeld, maar niet bepaald geschikt om lang mee te wandelen. Ik heb m niet op foto, dus Erik stuur je nog een link van de tassen van je broer?
Je ziet hier slechts de schouderband van de tas.
Waar ik wel een goede foto van heb zijn de schoenen van mijn onverwachte pelgrimsgast:
Niet bepaald handig als je op stenige paden moet lopen. Maar het was het beste paar schoenen wat Erik bij zich had. Het was duidelijk een impulsactie van Erik om een stukje met me op pad te gaan, daarmee des te meer te waarderen. Ik heb hem een paar keer een wandelstok geleend voor een afdaling of om een hond af te slaan, Erik bleek het uitstekend te houden ondanks zijn ongewone equipment. We hebben mooie stukken gezien, de hoge rotsen langs de Dordogne bijvoorbeeld;
We hebben overnacht in toeristenstadje Martel, gelopen door charmant landschap, goede gesprekken gehad over het leven en we kwamen uiteindelijk aan in het super toeristische Rocamadour.
Erik vertelde me dat hij de indruk kreeg dat mijn hele pelgrimstocht bestaat uit het wandelen van de ene naar de andere toeristenplaats. Dat is op een bepaalde manier wel waar maar soms zijn de stukken tussen de ene en de andere toeristenplaats met charmante huizen en een keur aan restaurantjes wel erg lang. In Rocamadour werd Erik opgehaald door zijn gezin en ontstond er telefonische verwarring over de zwarte Madonna’s. Wij waren er en zij. Wij waren boven in de kerk van Hospital de Rocamadour, waar een kopie staat, met duidelijk herkenbaar de vorm die ik herkende van de afbeeldingen.
Onder in de kerk was het originele beeld, achter glas, nauwelijks te zien, maar toch indrukwekkend daar op die plaats.
Op de weg ernaar toe mag je een grote stenen trap oplopen, de trap van de pelgrims, waar overal in de stenen afbeeldingen van fossielen te vinden waren. Die treden zijn daar neergelegd in de tijd dat de geschiedenis van de aarde en Darwin’s gedachtegoed nog geen discussiepunt was.
Deze schelpafdrukken vindt je in de steen vlak voordat je de kerk binnenstapt, een soort van Compostella- teken van miljoenen jaren oud.
Na een eerste bezoek aan de Madonna van Rocamadour gingen we ter afscheid een biertje drinken, later zou ik nog meer proeven van pelgrimsoord Rocamadour, waarover later misschien meer.
Dag Pietrix, Wander, Dorrit, Erik en Mees, dank voor jullie bezoek, en dat jullie je vader een tijdje konden missen, en Mees veel plezier met je fraaie religieuze aankopen.
Al die vrienden die me opzoeken onderweg dat is uitermate rijk. Mijn weg is echter nog rijker aan vriendschappelijkheden, vanwege allerlei ontmoetingen onderweg. Vriendschappen van een uur, een halve dag of een dag of twee/drie. En wie weet ook blijvende contacten voor later na de tocht.
Hier een gallerie van foto’s van enkele vrienden onderweg
Allereerst was daar Marjan en haar vriend wiens naam ik niet weet, geen foto wel een link; http://www.marjanvanlinge.com/, ze hebben een prachtig plekje met een gallerie tussen Nijmegen en het Reichswald. Marjan gaat binnenkort ook een lange voettocht maken.
Sympathieke belgisch wandelaars, reislustige types, fietsen naar de Noordkaap, plannen voor Patagonie, hebben uitstekende info gegeven voor het pad dat Gerda en ik gingen lopen. De foto is leuk alleen de hond staat er niet goed op.
Herve en Huguette, die een warme vriendschappelijke herberg voor pelgrims creeren in eigen huis.
Dit is Jumah, Palestein uit Beitlid, West-Bank die ik trof in een dorpje zuidelijk van Parijs. Vluchteling, verlangend naar huis waarschijnlijk voor de rest van zijn leven. Er was voetbal op tv maar daar hebben we niet veel van gezien.
Agnes, die ik trof op de camping van Chartres, genietend van het alleen op pad zijn, maar wel met ruimte om een kopje koffie of een wijntje te drinken met de buurman. Met ruimte ook om de inzichten en gedachtes van de dag uit te wisselen. Agnes, waarschijnlijk ben je nog op pad en nu ergens in de pyreneeen, maar ik heb deze voor je gevonden:
Van een andere orde:
De buizerd, waarvan ik er vele heb gezien en gehoord, deze liet zich wel heel goed vastleggen met de camera.
Het illustere gezelschap van voetbalvrienden met wie ik de beide halve finales gekeken heb. De twee middelste kerels komen uit Engeland, de beide buitenste uit Duitsland. De tweede halve finale liep voor de laatste twee niet goed af. Toen ik vertrok heb ik ze nog een biertje getracteerd vooruitlopend op de finale die voor de Hollanders niet goed afliep.
Sandra en Dave, die al een paar jaar op pad zijn en net hun kamp hadden opgemaakt bij Tourzel de Ronzieres. Sandra schonk net een rozé voor zichzelf in toen ik bij kraan water aan het tappen was. “You want one too?” Blijven plakken, daarna regen en onweer waarop ik na de derde keer aanbieden inging op hun gebaar om mij naar mijn camping terug te brengen, een paar uur lopen verderop. Tegen de regel? Nou net niet, want ik was een dagje aan het wachten op mijn pelgrimsgast Jaap, en had een extra wandeling gemaakt om het kerkje van Ronzieres te bezoeken, een beetje uit de richting. Dankzij de lift was ik nog op tijd terug om mijn sokken te wassen wat ik Jaap beloofd had.
Dit zijn José en Roger; ontzettend sympathieke belgen uit Houthalen. Zij reisden net als Sandra en Dave met camper maar moesten na een paar weekjes Frankrijk gewoon weer aan het werk. Zij zaten op het terras naast ons toen mijn pelgrimsgast Jaap en ik onverwacht snel uit elkaar moesten gaan. José heeft de afscheidsfoto voor ons genomen, ik ben even snel een boodschap gaan doen voor ons beiden, gezien de 14e juli die eraan kwam. Jaap heeft ondertussen verteld van mijn pad wat hun nieuwsgierigheid had gewekt. Toen ik na mijn avondeten net van plan was het plaatsje uit te wandelen zaten ze na te genieten van hun etentje op t terras. Ik dronk er een mee, nam nog een stukje kaas en sliep toch maar op de camping municipal. Roger heeft een paar jaar Tour de France gefietst in de tijden van Joop Zoetemelk, Henny Kuiper, Bernard Thevenet en Lucien van Impe. Hij heeft er leren houden van de bergen en van wijn. In 1977 is het hem gelukt om in Parijs de rode lantaarn te winnen. Als José en Roger op pensioen gaan, zijn ze van plan om een tocht als naar Santiago Compostella te gaan maken. Bij het gezamenlijk ontbijt, waar je de foto van ziet kreeg ik een briefje in de hand gedrukt om eens lekker van te gaan eten. Heel veel dank nog Roger en José!, ik hebhet voortreffeijke etentje in Aubazines vastgelgd:
Sage Alban die zijn destinatie gevonden heeft, waaroverin een volgend blog meer.
Van rechts naar links Christian uit Chili, Heini uit Finland en Mathew uit Californie. Christian zou graag meer te weten komen over zijn gelijknamige voorvader Christian Weldt die een paar honderd jaar terug in Duitsland leefde, Heini gaat een grote voettocht maken maar weet nog niet wanneer, Mathew studeert filosofie, is van Italiaanse komaf en houdt van goed eten. Zijn nieuwe subject is the filosofy of food.
Ghislain, die ik trof omdat ik als gast alleen aan de bar moest eten. Ghislain bleek de eigenaar van het restaurant next door en had een avondje vrij en at bij de buren. Hij was erg goed bevriend met de eigenaren van alle restaurants aan het plein. Hier hadden we net een rondje gedaan. Zoals je ziet kijk ik niet meer zo fris uit mijn ogen. Ik heb de hele volgende dag van mijn kater moeten bijkomen.
Didier van de petite hostellerie de Compostelle, die me voorstelde ‘s avonds een biertje te drinken en toen dat onverwacht niet lukte een paar biertjes voor me klaargezet had op mijn kamer. De volgende avond kwam het er toch van, alhoewel ik van wege mijn avontuur met Ghislain water dronk. De meest blije hoteleigenaar die ik ooit getroffen heb.
En dan zijn er nog al die andere mensen, met wie ik heb gepraat, die me koffie aangeboden hebben, water gegeven, die me aangemoedigd hebben van wie ik geen foto heb gemaakt. Zoals die man op de fiets, hij in afdaling, ik bergop lopend, die me, op het moment dat ie me zag een volle hartelijke goede dag toeriep.
posted under wandel verhalen | Comments Off on vrienden onderweg
Van 1 mei 2010 tot 1 september 2010 heb ik een pelgrimstocht gelopen. Langs Keulen, Chartres, Rocamadour en Montserrat. Onderweg heb ik veel kerkjes bezocht met zwarte Madonna’s. Gaandeweg gingen die steeds meer voor me betekenen. Ik heb al eens eerder een lange voettocht gemaakt. Destijds, ik was 27, liep ik naar Assisi. Ik liep toen alleen, klopte aan bij mensen voor overnachting. Nu liep ik gedeeltes alleen en gedeeltes samen; met een vriend, een goede collega, een fijne klant. Deze site was vooral bedoeld om de mensen die mee gingen lopen te betrekken en op de hoogte te houden van mijn vorderingen. Nu staat ie vol met verhalen en beelden, en omdat ik niet alleen van lopen hou, maar ook van verhalen en beelden, blijf ik af en toe een blogje posten