Browsing wandel verhalen

Hospitalite inconnu

mei17

‘Of er een café is in dit dorp’ vraag ik aan n man die bij zijn huis buiten aan t werk is. ‘Nee, niet hier boven, wel in het dorp beneden.’ ‘Balen, daar kom ik net vandaan’. ‘Ja het is zonde, zo’n mooi dorp en geen café en niet eens een bakker. Maar als u een koffie wilt dan maak ik er een bij mij binnen’ Even later zit ik in een ruime woonkeuken met een royaal kookeiland. Bij aankomst is een wat oudere dame in de keuken bezig, naar later blijkt de moeder van mijn gastgever Jean-Noëlle. Daarna druppelen nog meer mensen binnen. Een jongetje van n jaar of 7 samen met n man die naar later blijkt zijn oom is. Nog een vrouw, moeder van het jongetje en vrouw van Jean-Noëlle. Ze heet Sophie. Het gesprek is geanimeerd en vanzelf wordt het midi. Of ik even mee eet? Iets eenvoudigs hoor want ze gaan s’avonds uit heten.

P1010605Na het eten, als zoontje Gabriel met zijn oom naar buiten is komt het gesprek op de kinderen van Jean-Noëlle die al uit huis zijn. Van daar gaat het vanzelf verder naar het verschil in relatie aangaan met kinderen van een ander als ze nog jong zijn zoals Gabriel of al bijna volwassen zoals bij de zoon en dochter van Jean-Noëlle. En op hoe het is voor de moeder van .. en grootmoeder van de kinderen. In eerste instantie helemaal niet blij lijkt ze voor t eerst te vertellen aan haar nieuwe schoondochter. De Fransen doen het trouwens beter dan wij in benaming; ze hebben het niet over stiefkinderen of stiefvaders. Ze gebruiken gewoon het woordje beau net als schoon. Geen bloedband maar wel familie. Voor het weggaan dankt Sophie voor de rencontre inconnu. Inconnu? Unexpected helpt Jean-Noëlle. Dat is het inderdaad, alle ruimhartige gastvrijheid.

imageMet een bovengemiddeld goed gemoed wandel ik die middag verder tot aan Longpont. Daar is een prachtige half vervallen abdij, maar voor mij interessanter is dat er een gite d’etappe is. Volgens een internet bericht van de club alpine Française is er een rudimentaire dortoir zonder verwarming bij de Auberge de l’Abbaye de Longpont. De waard vertelt me dat ze zijn gestopt met de gite d’etappe. Er zijn wel kamers vanaf 80 euro maar dat vind ik wellicht te duur. Inderdaad vind ik dat te duur maar ik neem wel graag avondeten.

imageDe herberg is heel charmant en ze hebben zelfs Orval. Volgens de waard ook zijn favoriete bier. De waard komt telkens als hij even vrij is een praatje maken. Op een prettige manier hoort hij mij uit. De gesprekken gaan over lopen en Zwarte Madonna’s en andere wandelende reizigers die zijn herberg bezochten. Na een heerlijk menu met fromage,  mousse au chocolat en koffie na reken ik af. Ik ben royaal met de fooi maar de waard blijkt veel royaler. Er is een kamer voor me beschikbaar, gratis. Dit is geen tijd om iemand nog t bos in te sturen. En het ontbijt is ook geregeld op de tijd die mij past. Dankbaar aanvaard ik de onverwachte gastvrijheid en geniet ik een douche en een bed.

image

Bij de monniken

mei15

Tijdens mijn pelgrimstocht naar Assisi ruim 20 jaar geleden klopte ik zo nu en dan bij een klooster aan om te vragen voor een overnachting. Ik had geen tentje bij me en was veel meer dan nu afhankelijk van de welwillendheid van mensen voor een overnachtingsplek. Dat aankloppen was doorgaans geen succes. Ze deden niet open. Degene die er over ging was niet te vinden. Er werd mij verteld dat het klooster alleen onderdak gaf aan mensen met een spirituele intentie. Die ene keer dat ik wel in t klooster overnachtte bij La Verna was t fors slikken toen ik de rekening voor twee overnachtingen voor ogen kreeg. Leefgeld voor twee weken. En  hadden die aardige Zweden niet verteld dat ze op uitnodiging van de monniken een nachtje hadden mogen slapen in t klooster. Aangekomen in Assisi ontmoette ik twee pelgrims uit Berlijn die juist heel veel in kloosters overnacht hadden. Van het ene klooster belden de monniken vooruit naar t andere klooster om te melden dat er twee pelgrims onderweg waren.

Mijn conclusie was dat het er bij mijn pelgrimeren gewoon niet bij hoort. Bij mijn Zwarte Madonna pelgrimage kreeg ik bijvoorbeeld ook ruzie met de portier van t klooster van Orval omdat ik niet de juiste route naar de kerk volgde. Ik was dan ook verrast toen ik bij t klooster van Scourmont bij aankomst werd herkend als pelgrim. ‘Vous etes pellerin’ zei een hartelijke en ietwat rondbuikige monnik terwijl ik mijn natte regenkleding uitdeed en mijn rugzak neerzette. Natuurlijk kon ik de de kerk even bezoeken en zometeen werden de vespers gezongen maar of ik ook onderdak wilde? ‘Ja zei ik, ik wist niet dat dat kon, maar graag ja’ Hij was zelf niet verantwoordelijk daarvoor maar zou even vragen. Waar de pelgrimage naar toe ging? ‘Ik ben nu op weg naar de Notre Dame van Liesse.’ antwoordde ik. Degene die er over ging was even niet te vinden dus ik ging alvast naar de kerk. Ik mocht via de kloostergang want het regende. In de kerk druppelden de mensen binnen, zowel leken als monniken. Vijftien monniken telde ik waaronder de vriendelijke van bij de ingang. Ze zongen mooi de mannen, vooral de rijzige monnik met Afrikaanse roots. Meezingen zat er voor mij niet in. Ik hield het bij staan en zitten op de juiste momenten. Ik laat mijn gedachten gaan over het monnikenleven. Niet de onthouding maar de gehoorzaamheid schijnt het moeilijkst te zijn. Voor mij lijkt allebei een ramp. En wat geeft t kloosterleven? Tussendoor dacht ik dat t er nu misschien toch een keer van zou komen; een nachtje slapen in t klooster. Zou je dan ook gesprekjes kunnen hebben met de monniken en ze kunnen bevragen hoe t voor ze is? De vespers zijn afgelopen. Ik loop terug naar de ingang, nu via de binnentuin. Bij de ingang komt de rondbuikige monnik mij vertellen dat ik niet kan overnachten. Half teleurgesteld en half opgelucht hoor ik het aan. Hij vertelt nog dat hij jarig is en al 40 jaar in het klooster leeft. ‘En wat is er trouwens zo bijzonder in Liesse?’ vraagt hij nog.

Al verder lopend is de teleurstelling al snel weg. Het klopt gewoon. Kloosters horen er niet bij, bij mij.

In het bos waar ik een slaapplek ga zoeken roepen de herten naar me. Het is hun bos. Ze hebben me al lang gezien voor ik hen gezien heb maar er is plek genoeg. Zoek maar n plekje  uit lijken ze te zeggen. Dat doe ik. Een prachtige plek om te slapen.

Grensverhalen 3, over je hart volgen en geluk vinden, of over het geluk je laten vinden

mei4

Het meest gelukkige grensverhaal dat me toekwam afgelopen week is dat van Pieter en Meta. Pieter die na 10-en s’avonds zijn hart volgde en toch nog een bedje improviseerde toen ik verregend in Kleef belde om een slaapplek. De volgende ochtend had ik aangenaam ontbeten in gezelschap van een andere gast, had ik een schappelijk bedrag afgerekend en stond ik op het punt van weggaan ….. toen ter sprake kwam hoe Pieter en Meta in Kleef terecht gekomen waren. Dat is een heel verhaal zei Pieter en jij wil natuurlijk je wandel uren maken. Nou, dacht ik bij mezelf, ik ben ook gaan wandelen voor de verhalen. imageWe zijn er voor gaan zitten. Kopje koffie erbij. Ik heb anderhalf uur geboeid en geraakt zitten luisteren.

Wie het verhaal wil horen raad ik aan n nachtje of weekendje in het Huis te Cleeff te boeken en te vragen aan Pieter en Meta hoe zij dat huis gevonden hebben of hoe het huis hen gevonden heeft. Ik heb een versie gehoord met vele zij- en bij-vertellingen zoals van het net gekochte huis dat meteen weer te koop gezet werd omdat een van hen bij binnenkomst in het lege nieuwe huis meteen zei ‘Hier ga ik niet gelukkig worden’. Waar wel laat zich raden. Of Pieter het zelfde verhaal met alle zij- en bij-vertellingen vertelt zal van het moment en de stemming afhangen. De korte versie; Pieter ging schoenen kopen in Ennerich zal er vast wel inzitten.

Grensverhalen 2, nooit meer oorlog

mei3

imageIn Nederland, niet ver van de Duitse grens kom ik een Maria-kapelletje tegen, gebouwd net na de oorlog, als dank voor de bescherming tijdens de oorlogsjaren. Het is een mooi plekje op de rand van bos en dorp en ik steek n paar kaarsjes op. Toch knaagt er ook iets. De mensen uit t dorp zijn de oorlog blijkbaar redelijk goed doorgekomen maar dat geldt voor veel anderen natuurlijk niet.

image

Mijn oma van m’n vaders kant heeft t leven gelaten toen mijn vader 7 was. Het was het eind van de oorlog. De geallieerden hadden het gebied waar mijn vader woonde al bevrijd maar ze dachten dat er verklikkers zaten daar aan zuidkant van het Hollands Diep, dus de bevrijde bevolking werd geëvacueerd naar Belgie. Mijn vader was met z’n moeder ondergebracht bij n gezin die daar ook niet op zat te wachten. Mijn oma was zwanger. Ze stierf in t kraambed terwijl ze mijn tante op de wereld zette. Zonder oorlog had ze …

Mijn vader heeft als jongetje natuurlijk gebeden om alles goed te laten komen met z’n moeder. Niet naar Maria, want ze waren protestants. Gebed niet verhoord. Wellicht heeft dat mede gemaakt dat mijn vader al vroeg in z’n leven besloot niet meer te geloven. Als je gelooft in gebed als een verzoek om iets wel of niet te laten gebeuren is t moeilijk te bevatten dat t ene gebed wel en t andere niet verhoord wordt.

In de kathedraal in Luik zit ik even bij een Maria viering. Allemaal vrouwen, jong, oud, blank, zwart. Door mijn gebrekkige Frans heen hoor ik de verzoeken. Ik proef ook iets anders; samenzijn, verbinding, troost. Misschien maakt gebed wel dat je ondanks het existentiële alleen zijn je toch niet alleen voelt.  Verbonden met anderen, of zelfs met alles.

De Duitse asperge boerin waar ik even in de keuken mag uitrusten heeft naar mijn gevoel juist daar behoefte aan; verbinding en troost. Haar man is er nog wel maar ook niet meer. Hij zit in de oude boerenkeuken met n kleedje over z’n benen en kan niet meer praten; dementie. Zijn ogen staan verdrietig. Die van zijn vrouw ook. Het zijn moeilijke tijden nu. Toch is dat niet de grootste pijn; ze vertelt dat haar leven is getekend doordat ze haar vader nooit heeft gekend. Gestorven in de oorlog. Ligt begraven in Normandië. Oorlog is vreselijk zegt ze. ‘Een beetje minder rijkdom of zelfs armoede kunnen we wel hebben’ zegt ze ‘maar laat het alsjeblieft nooit meer oorlog worden.’ Het is een uitroep, een wens, een gebed zo je wilt en ik ben t hartgrondig met haar eens.

Niet dat ik nu voor vrede ga bidden, maar een beetje meer verbinding daar ga ik wel voor.


 

 


 

Grensverhalen, over thuis voelen en er bij horen

mei1

Terwijl mijn jongste zoon zich aan de grenzen van fort Europa inzet om vluchtelingen te ondersteunen loop ik langs en net over de grenzen van Nederland. Daar heb je van die vergeten stukjes land die in t ene land liggen maar er toch niet helemaal bij horen omdat n kanaal of snelweg de verbinding bemoeilijkt terwijl de verbinding met t andere land ook niet optimaal is omdat de Gemeinde of Kreiz ambt er geen belang bij heeft deze medeburgers te verzorgen. Ik fantaseer dan, mede gevoed door de rommelige erven en huizen, dat hier de mensen terecht komen die er toch al niet helemaal bij horen in onze maatschappij.

Wie er wel of niet bijhoort wordt sowieso door grote lotsbeschikkingen bepaald volgens n Belgische meneer die in Nederlands Limburg woont en vanuit zijn auto een gesprek aanknoopt. Hij werkte vroeger bij n organisatie die zich inzet om lichamen en identiteit van gesneuvelde soldaten uit de beide wereldoorlogen te vinden. Polen kreeg n stuk erbij en er ging n stuk af en plots hoorden sommigen er meer en anderen er minder bij.  Net als nu in Oekraïne of n aantal jaar terug in Joegoslavië. In Polen is trouwens ook n Zwarte Madonna, in Czestochowa. Daar gingen de mensen uit Petersburg vroeger ook naar toe op bedevaart.

image‘Het zijn trouwens nu ook geen makkelijke tijden. Als ge in Sittard of Geleen iemand op straat iets vraagt reageren ze zo van ‘Moet ge iets van me?’ Assertiviteit doorgeslagen naar agressiviteit. Binnen eigen kring verwend en naar buitenstaanders  agressief. Ik zie t ook bij m’n kleinkinderen. Ze bepalen zelf wanneer ze de auto van hun papa mogen lenen. Dat had ik bij mijn vader niet hoeven proberen. Een hele harde man, mijnwerker. Ik heb me wel afgevraagd hoe hij zo hard geworden is. Zonder vader opgroeien omdat je vader niet teruggekeerd is uit de grote oorlog. Waarschijnlijk daarom. Ik heb ook mooie hetinneringen uit die tijd. Mijn vader had n groentezaakje naast zijn werk in de mijnen. Daar hielp ik dan als twaalf-jarige en dan kwamen de Italiaanse collega’s die mijn vader Marechal noemden, wat het betekende weet ik niet maar wel dat t kameraadschap was. En Ik werd figlio di Marechal genoemd. Ik ga ze nu zien, de mensen uit die tijd, bij n reünie in Eisden. Da’s toch thuiskomen.’

Een dag later spreek ik een zoon van n Italiaanse  mijnwerker, Toto heet hij, van Salvatore. Hij voelt zich thuis in België. Volgens hem hebben de Italianen en de Belgen de zelfde cultuur. ‘De zelfde kerk, dopen communie, eten , drinken, biechten. Voor de moslims nu is het veel moeilijker. Vooral de meisjes mogen niks van hun ouders. Zelf was ik vrij en ik ben ook met n Belgische getrouwd.’

Hij voelt zich meer thuis in Belgisch Limburg dan ik in ons Hollands Limburg, terwijl ik er toch ook geboren ben. Import ouders van dichter bij als Italie, maar ja, niet dezelfde kerk, geen communie en zeker geen biechten en niet met n Limburgse getrouwd. Het klinkt weliswaar bekend als ik onder Roermond de jonge mannen in de kroeg weer ‘plat’ hoor ‘kalle’. Maar n thuis gevoel geeft t toch niet. Ik was dan ook altijd unne Hollenjer, dus niet echt een van hen. Misschien dat ik daarom een thuisgevoel krijg als ik reis. Juist als je als vreemdeling verwelkomd wordt.

Op de brug tussen Nederlands en Belgisch Limburg staat de tekst: ‘Twee Limburgen, een volk’. Ik geloof ook dat ze meer met elkaar gemeen hebben dan met de Groningers of Brabanders (waar mijn ouders vandaan komen), laat staan Amsterdammers of Rotterdammers. Voor een aantal Nederlands Limburgers hadden ze beter bij Belgie gehoord of zelfs bij Duitsland. Of Belgisch Limburg bij Nederland. Maar dan hadden andere mensen zich weer minder thuis gevoeld in eigen land.

imageBij de eerste koffie stop in Belgie ontmoet ik Naoufel en Dikra, nog geen 10 jaar oud en vol met vragen. Wat er allemaal in mijn rugzak zit, of ik de hele wereld rondreis, of ik dan geen auto heb? Ze vertellen van hun nieuwe huis hier in de straat en van de grote reis naar Marokko die wel drie dagen duurde. Twee dagen zegt mama en ze hebben ook nog in Den Bosch gewoond. Naoufel wijst me nog even de weg naar de winkels. Ik weet niet wat ik deze mooie kinderen toe moet wensen als t gaat over je thuis voelen. Dat ze met n (Belgisch) Limburgse (mogen) trouwen? Dat ze zich thuis gaan voelen in Nederland, Belgie, Limburg? Dat ze zich verbinden met hun Marokkaanse wortels of juist niet?

Of dat ze later de hele wereld rond gaan reizen met eigen auto of rugzak.

Pelgrimeren bij kou, regen, storm en hagel

april28

Het is niet voor t eerst dat ik bij een lange pelgrimage door kou en winterneerslag te lopen heb. Maar dit keer is t wel erg bar en boos. Als pelgrim heb je t te nemen zoals het is en misschien juist daardoor word ik extra blij en dankbaar voor de kleine en grote dingen van het pad.

Dat t niet gaat regenen terwijl ik mijn brander stook voor een soep of thee.

Dat t enige café open is.

Dat er n bankje staat en de zon even doorbreekt.

Dat ik mag douchen en uitrusten in de keuken bij een bevriende collega, ook al is hij zelf niet thuis.

Dat een jongeman uit Syrië in is voor een goed gesprek over de belangrijke dingen van het leven, inclusief de dingen van de ziel.

Dat de religieuze boekhandel van Emmerich n keur aan wandelkaarten heeft om uit te kiezen zodat ik niet op telefoon (en als ie leeg is kompas) ben aangewezen om de prettige wandelwegen te vinden.

Dat de asperge boerin me uitnodigt om even bij haar in de keuken uit te rusten met een kopje cappuccino(van dat oplosspul met melk kakao en suiker en dat ik toch n dankbaar gevoel hou).

Dat ik na 10-en s’avonds in Kleef bel met Pieter van Huis te Cleef, en dat ie n beetje moppert dat ik zo laat bel, dat ie vol zit en al meedenkend bij de optie jeugdherberg zegt ; ‘Dat is geen optie, dat is nog 5 km en de berg op, ik maak wel een bedje voor je klaar’.

Dat mijn lief meeleeft met het lopen in de regen en me mijn andere bergschoenen, schone kleren en betere regenkleding komt brengen.

Dat we dan samen eten en slapen bij t veerhuis van tante Jet.

Dat mensen me n mooie tocht wensen via dit gekke apparaat waarvan de batterij af en toe leeg raakt.

Dat mensen die ik tegenkom verhalen met me delen.

Dat de buizerd regelmatig roept en voor me uit vliegt.

image

Soms schijnt de zon

 

image

Regen bij Kleef

 

image

😉

image

Nat hout geeft veel rook

 

Kleine pelgrimage rond mijn 50e verjaardag

april23

50 worden is een mijlpaal. Dat moet gevierd. In mijn geval met wandelen.
Een kleine maand mag ik van mezelf struinen over paden en wegen. Als dan ook nog vrienden en familie op bezoek komen tijdens de wandeling is het helemaal mooi.
Mijn eerste dag is fijn, met zon, grote en kleine vogels om me heen, een lichte rugzak, n avondmaal in goed gezelschap, waaronder mijn eigen lief die me een gedeelte van m’n uitrusting heeft nagebracht.
Aan t eind van de middag komt n groepje kinderen van n jaar of 8 op me toegelopen. Een dapper meisje vraagt of ik een vos ben. Zij is bezig met een soort speurtocht. Onbedoeld herinnert ze mij aan mijn eerste lange pelgrimstocht naar Assisi. Ik heb toen vaak de vos gezien. En naarmate de tocht vorderde liet de vos zich steeds langer zien tot vos en ik rustig op een meter of 5 bij elkaar zaten.
Ik heb de kinderen geantwoord dat ik inderdaad een vos ben en ze succes gewenst met de zoektocht naar hun vos.

Wat een pelgrimage kan brengen

mei1

Een jaar geleden ging ik op pad,

om een heel eind te lopen en, al lopend, een heleboel zwarte Madonna’s te bezoeken.

Het heeft me veel gebracht, meer dan ik had durven hopen:

  • nog meer liefde voor het lopen
  • verdiepte vriendschappen met vrienden die met me meegewandeld of meegeleefd hebben
  • mooie ontmoetingen met mensen die ik niet eerder kende; mensen die me in mijn hart geraakt hebben
  • prachtige ontmoetingen met dieren
  • een innerlijke vrede met het gegeven in mijn leven dat mijn lief en ik geen kind op deze wereld groot brengen
  • een gevoeld contact met het wezen dat bij ons had willen komen, en dat wij graag bij ons hadden willen laten komen, daarmee ook vrede met het feit dat ze wel/niet/wel/niet/wel uiteindelijk niet gekomen is
  • een andere zielegesteldheid; lichter, opener of gevoeliger, ik durf niet met zekerheid te zeggen wat, maar wel dat
  • ontlading en oplading bij vele van de Zwarte Madonnabeelden of bij de Zwarte Madonna plekken
  • een ander verstaan van de Zwarte Madonna:

Zij waakt over de

poort tussen

deze en andere

werelden. Ze

geeft en neemt

leven. Ze kan

ook boodschappen

doorgeven van

de ene naar de

andere zijde, ook

van jezelf voor

jezelf, noem het

je onbewuste of

dat wat je jezelf

toe zou wensen

van de andere

kant. Zo is ze

voor mij.

posted under niet gekomen, pelgrimsgasten, wandel verhalen, zwarte madonna's | Comments Off on Wat een pelgrimage kan brengen

Mark loopt met Arne

april8

Dat het toch wel jammer was dat hij niet meegelopen was op mijn Zwarte Madonna pelgrimstocht, en of we dat nog in konden halen? Ja dat kon. Ik mocht bepalen waar. In de Eiffel die ik afgelopen jaar ontdekt heb als geweldig wandelgebied voor pelgrims en ongelovige wandelaars. We starten in de buurt van Euskirchen, aan de rand van de Eiffel, waar de heuvels net beginnen. En daar, in dat gebied ligt ook de Bruder Klaus Kapel van Peter Zumthor waar ik in mijn vorige blog al over schreef. Die had ik nog nooit gezien.

P1030011

Hij ligt fraai in het landschap, en op een zondagochtend is het er druk.

P1030008

De boomstammen waaromheen de betonnen kapel is gebouwd zijn weggebrand. ‘Dat moet een hele fik zijn geweest‘ zegt A.

Licht komt niet alleen van boven maar ook van de glazen bollen met daarachter buizen naar buiten.

P1030009

En natuurlijk ook van de brandende kaarsen.

Na dit bedevaartsoord voor architectuurliefhebbers, vroom katholieken, filosofen, mediators en boeren gingen we op pad, lopen naar Bad Munstereiffel.

P1030015

In de Eiffel is men katholiek. Een Mariabeeld boven de poort van de brandweerwagen is hier heel gewoon.

P1030026

‘s Avonds onze dorst blussen met Paulaner, Franziskaner of Erdinger weizen.

P1030033

In de avond een pad op ons pad.

P1030034

Maria in het bos, van hout met dakje, kaars erbij.

P1030036

P1030037

P1030038

P1030039

P1030040

P1030041

Dat is wat je het meest van de tijd doet, lopen, maar wat vaak het minst op de foto komt.

De meeste foto’s zijn van pauze’s, zoals hier;

P1030044

Zogenaamd zelfontspannen op de foto.

Met het terugkerende thema van de wandeling,

P1030042

Nu met een andere heilige, zo te zien een drakendoder.

Brandweerman, een prachtvak lijkt het ons;

stoer, actief, helpend, spannend, en heel veel spelen met vuur, tijdens het oefenen dan.

P1030045

Hier valt niet veel te blussen. Wel werk aan de winkel voor milieuinspectie, lijm en spuitbussen en andere rotzooi.

Zo ook op een pad in het bos.

P1030051

???????????????????????

P1030052

Slapen im Jugendherberge, Burg Blankenheim.

P1030048

Tijdens onze laatste wandeluurtjes spreekt een vrouw ons aan. Ze heeft een zware dag. Iemand die met haar te doen had heeft haar een huis in bruikleen gegeven, ze kan niet meer goed onder de mensen, maar ze wil wel even contact met ons. Ze heeft veel met Nederland, ze ging er veel naar toe samen met haar man. Haar man begrijpen we, is zomaar van de ene op de andere dag dood neergevallen. We krijgen allebei een grote kaars mee en moeten unbedingt langs de  Maria Frieden  Abdei van Dahlem. Ik beloof het, en als we even later met kaarsen in de hand verder lopen zegt A droog: ‘Dat geeft wel het echte pelgrimsgevoel, hè?

P1030060

In het MariaFrieden klooster van Dahlem spreek ik een stokoude cisterzienzer non. Zij belooft te bidden voor de vrouw met wie het niet goed ging. Hopelijk gaat het haar nu beter, A en ik hadden echt met haar te doen.

P1030061

De voettocht eindigt zoals zo vaak op het station.

‘Mooie tocht.’

‘Ja, mooie tocht.’

posted under pelgrimsgasten, wandel verhalen | Comments Off on Mark loopt met Arne

Bruder Klaus leren kennen

maart24
Bruder Klaus

Bruder Klaus

Op dag twee van een laatwinters wandeluitstapje in het Teutoburgerwald kwam ik een oude bekende tegen; niet een levend mens, maar een heilige, die een bijzondere plek voor me inneemt. De buitenkapel van Bruder Klaus ligt in het bos/berggebied van Ibbenbüren. Ik ben zelfs al vaak vlak langs het kapelletje gelopen, als ik ging klimmen op de rotsen van de Dörenther Klippen bij Ibbenbüren. Dat ziet er ongeveer zo uit:

P3120016

Dan ben ik vooral met touwen en ander klimtuig in de weer, gericht op rotsen waar je mag klimmen en niet op bouwsels een meter of 10 van het pad.P1020928

Het kapelletje is in eerste instantie ook niet als kapel of kerkje herkenbaar. Het is er geplaatst in de jaren ’60 van de 20e eeuw. Bruder Klaus is een populaire heilige waar ook in deze eeuw nog voor wordt gebouwd. Als je Bruder Klaus kapel googled dan vind je foto’s, filmpjes van de in 2007 door de Zwitserse architect Zumthor gebouwde Bruder klaus kapel in de buurt van Keulen. Ik heb die kapel nog niet met eigen ogen gezien, wel een ander werk van Zumthor, het mooiste zwembad van de wereld, de thermen van Vals, en dat, en de filmpjes op internet doen vermoeden dat de kapel bij Keulen / Wachendorf prachtig is. Had ik het geweten, dan was ik er op mijn Zwarte Madonna pelgrimage langs gelopen.

Ik ben Bruder Klaus echter toch tegengekomen op die tocht, wat zuidelijker dan Keulen, in een kerkje in de Eiffel, vlakbij de Zwarte Madonna van Neuerburg. Daar was hij afgebeeld op een schilderij:

P1000251

Op de lijst om het schilderij is te lezen dat Bruder Klaus schutspatroon is van de boeren. Daarnaast is hij ook schutspatroon van Zwitserland, hij schijnt op een cruciaal moment in de Zwitserse geschiedenis, bij een geschil tussen de verschillende kantons, als raadgever en mediator te hebben opgetreden. Het lijkt me dat hij dan ook wel op kan treden als schutspatroon van mediators. Hij is in ieder geval heel geliefd bij Zwitserse en Duitse katholieken. Daarnaast is hij in het Duitse taalgebied zelfs zeer bekend bij de protestanten. Hoe ik Bruder Klaus als heb leren kennen is een verhaal dat ik hier graag wil vertellen. Het is een verhaal over hoe een pelgrimstocht, net als het leven zelf, van toeval aan elkaar hangt.

In 1994 maakte ik voor het eerst een voettocht die enkele maanden duurde. Ik had net mijn theateropleiding afgerond en liep van Utrecht naar Assisi in Italië. Ik volgde grotendeels lange afstand-wandelpaden. Voordeel daarvan is dat je veel over mooie en onverharde paden loopt, terwijl je zeker weet dat het doorlopende en geen doodlopende paden zijn. Ook heb je een idee waar het pad globaal naar toe gaat. Zo volgde ik door België en Luxemburg de GR5, een pad dat grotendeels langs de Oostgrens van Frankrijk loopt, van Maastricht naar Nice. Ook toen ik de GR5 verliet om door Duitsland verder te wandelen volgde ik binnen een dag weer een rood-wit bewegwijzerd pad. Tot ik het zat was. ‘Al die kronkels en omwegen om een vennetje, kasteel of charmant bosje aan te doen; dat is mischien leuk voor een weekendwandeling, maar hoeft echt niet als je maanden aan het wandelen bent. Bovendien past het ook niet in de filosofie dat het lopen van een pelgrimstocht een oefening is in het bewandelen van de eigen levensweg.’ Op een kruispunt in het bos in Saarland koos ik om naar links te gaan in plaats van het rechts dat het rood-witte teken suggereerde. Vijf minuten na dat keuzemoment liep ik op een asfaltweg in zuidwaartse richting. Een paar minuten daarna zag ik langs de kant van de weg een bord staan waaruit ik opmaak dat hier de ingang is van een meditatiecentrum dat zen en christendom met elkaar verenigt. Ik wandel het terrein op en vraag of ik een paar dagen kan blijven. Frau Eleonore Massa wordt erbij gehaald. Zij doet samen met haar man de dagelijkse leiding. Ze zegt dat het goed is. Ik beland in een warm bad. Ik help mee in keuken en tuin. Ik geniet van de concerten die gegeven worden door Zwitserse boventoonzanger Christian Bollmann en Indiase zangeres Aruna Sayeeram. Ik krijg 100 mark toegestopt van een oudere dame die een cursus bij de beide muzikanten volgt. Ik heb gesprekken met de beide muzikanten, en ook met Hannah, non en wijze oude vrouw, een soort van grootmoeder van het centrum. Ondertussen krijgen de blaren aan mijn voeten kans te genezen. Als ik aan het eind van mijn verblijf Frau Eleonore bedank voor de weldadige gastvrijheid vraagt ze mij om een wederdienst. Ze vraagt me of ik Bruder Klaus ken en na mijn ontkennende antwoord vertelt ze dat Bruder Klaus een heilige is die in Zwitserland leefde en dat er een kapel staat in Flueli Ranft, een kloof waar hij als heremiet geleefd heeft. Ze vertelt ook dat zij en haar man bij de start van het centrum Neumühle naar Flueli Ranft zijn gegaan om daar te bidden en mediteren. Ze vraagt me Flueli Ranft aan te doen op mijn weg naar Assisi. Ze pakt drie grote munten, ieder 5 Zwitserse franken waard, en vraagt me drie kaarsen op te steken in Flueli Ranft. Eentje voor liefde voor alle mensen, eentje voor de Neumühle, en eentje voor het nieuw te starten project voor jongeren NeuSehLand. Natuurlijk zeg ik ja op deze vraag en daarmee heb ik plots een nieuwe bestemming op mijn tocht, een opdracht te vervullen. Op weg naar Flueli Ranft bezoek ik onder andere Doris en Armin, de ouders van Betsch, vriend van me die aan leukemie gestorven is. Doris kent iemand die woont en werkt vlakbij Flueli Ranft zodat ook mijn slaapplek wordt geregeld.Switzerland - Obwalden - Flueli-Ranft

Flueli Ranft is een prachtige plek, een bedevaartsoord, waardig om einddoel te zijn van een lange wandeling. Bruder Klaus wordt er volop vereerd.

Ik wandel door naar die andere heilige met die mooie naam; Franciscus van Assisi, dat had ik immers van tevoren bedacht. Dat ik broeder Klaus zou gaan bezoeken had ik vantevoren niet kunnen bedenken. Ik kan me dat moment herinneren in het bos, die tweesprong waar ik links ging terwijl rood-wit rechts wees. In mijn beleving heb ik toen zonder het te weten de keus gemaakt om Centrum Neumühle en Bruder Klaus te leren kennen. Ik weet uiteraard niet hoe mijn tocht gelopen zou zijn als ik rechts gegaan was. Dat valt ook nooit te weten te komen. Als je ergens een gebied verkent, dan kun je de ene keer links gaan en een volgende keer rechts en als je dat doet met alle kruispunten dan weet je na een tijdje wat je na iedere bocht kunt verwachten. Maar zo werkt het niet op ons levenspad, waar een pelgrimstocht een soort metafoor voor kan zijn. Je bent op iedere plek in je leven maar één keer. Je kunt op iedere plek keuzes maken, en je weet niet zeker wat er na de volgende bocht op je pad op je te wachten ligt, wat overigens een grappige manier van spreken is. Alsof er een toekomst op je te wachten ligt. Bij die manier van spreken ligt er een veelvoud aan toekomsten op ons te wachten, terwijl er door de keuzes die we maken, maar één toekomst realiteit wordt. En die ene toekomst wordt ook nog eens voor een groot deel bepaald door de keuzes die anderen op hun levenspaden maken. Dat kun je een uiterst complexe samenloop van keuzes en omstandigheden noemen, of gewoon toeval.

posted under wandel verhalen | Comments Off on Bruder Klaus leren kennen
« Older Entries

Van 1 mei 2010 tot 1 september 2010 heb ik een pelgrimstocht gelopen. Langs Keulen, Chartres, Rocamadour en Montserrat. Onderweg heb ik veel kerkjes bezocht met zwarte Madonna’s. Gaandeweg gingen die steeds meer voor me betekenen. Ik heb al eens eerder een lange voettocht gemaakt. Destijds, ik was 27, liep ik naar Assisi. Ik liep toen alleen, klopte aan bij mensen voor overnachting. Nu liep ik gedeeltes alleen en gedeeltes samen; met een vriend, een goede collega, een fijne klant. Deze site was vooral bedoeld om de mensen die mee gingen lopen te betrekken en op de hoogte te houden van mijn vorderingen. Nu staat ie vol met verhalen en beelden, en omdat ik niet alleen van lopen hou, maar ook van verhalen en beelden, blijf ik af en toe een blogje posten